15 december 2013

De wondere wereld van hondenliefhebbers

Ik zei het al toen we onze pup hadden uitgezocht, 'volgens mij betreden we nu een nieuwe wereld'. Dat is ook precies hoe ik het ervaar. Het lijkt wel of er geen middenweg is tussen mensen die een hond hebben/gehad hebben/zouden willen hebben en de mensen die er niets aan vinden. Hooguit een bepaalde vorm van beleefdheid die netjes luistert als je enthousiast over de op komst zijnde hond begint te ratelen.
Natuurlijk komt onze labradoodle regelmatig ter sprake en je kunt direct merken wie er ook blij wordt van het onderwerp en wie beleefd wacht op het moment om van onderwerp te wisselen.

Als kind en tiener was ik zelf ook weg van huisdieren. De afgelopen jaren is die liefde nogal bekoeld. Nadat we voor onze katten een ander huisje moesten zoeken en ik -om allergische reacties bij B te voorkomen- ook bij anderen thuis de huisdieren maar niet meer aaide, begon het onderwerp ook minder te leven voor mij. Om eerlijk te zijn had ik ook zo mijn ideeën over mensen die hun huisdier behandelen als hun kind. Met de komst van onze meiden waren bovendien al mijn moedergevoelens wel gerustgesteld en had ik nooit kunnen denken dat een huisdier in ons gezin van meerwaarde zou kunnen zijn.

Hoe anders is dat nu. Het feit dat we een schattige zwarte haarbal in ons leven willen toelaten zet de boel hier aardig op z'n kop. We pluizen het hele internet af naar informatie en filmpjes, lezen talloze 'hoe-voed-ik-mijn-hond-op-boeken' en hebben alle benodigdheden al in huis.

Dat er zo'n wereld schuilgaat achter een hond hadden we niet kunnen voorspellen. Alleen het voer levert als uren studie op als je het dier een beetje een gezond leven toewenst. Daarbij willen we geen (grote) verrassingen, dus alles wat me maar van te voren kunnen weten, bedenken en afspreken daar zijn we nu mee aan de slag.
Ook de meiden proberen we volop in dit hele proces te betrekken. De belangrijke regels nemen we al met ze door en oefenen we waar mogelijk. Ook de meisjes hebben hondenboekjes van de bieb en leren spelenderwijs wat ze kunnen verwachten.

Vorige week zondag hebben we ons kleine schatje even opgezocht. Toen S het woord nam en aan de vrouw des huizes begon te vertellen dat 'we tijdens het eten niet naar de bench mogen kijken' was ik trots dat onze driejarige de lessen al zo goed kon onthouden en navertellen.
Terwijl enkele broertjes om onze aandacht schreeuwden en piepten lag ons eigen knuffeltje volledig te relaxen op de hand van B of in het kuiltje van mijn nek.

Het is goed voor ons om als gezin een gezamelijke interesse te hebben. Samen uit te kijken naar zijn komst en voor te bereiden op zijn aanwezigheid en streken. Het is een wondere wereld waar we in zijn gestapt, maar het bevalt me goed.

De aftelkalender van onze meisjes heeft nog 3 hondjes. Iedere vrijdag mogen ze er één afhalen om te zien wanneer onze pup bij ons mag komen wonen.. Donderdag 2 januari gaan we eindelijk op pad om de kleine op te halen.


13 december 2013

Patronen herkennen en weekend vulling

Ik ben afgelopen week weer druk geweest met mijn boek.. De geschreven tekst lag al een tijdje te rusten, maar toen ik er weer in las werd ik gelijk opgezogen door het verhaal. Het was alsof ik een film keek die ik al kende, maar waardoor ik telkens werd verrast met stukjes die ik bijna vergeten was.

Op een gegeven moment was ik bezig met het herkennen van patronen. Terwijl ik daarover nadacht realiseerde ik me hoeveel voordeel we er nog regelmatig van hebben dat B patronen zo goed kan herkennen. Het was altijd al zo dat B in alles patronen zag. Waar ik met mijn goudvis-geheugen elke keer alles 'voor het eerst' beleefde , had B bij de eerste herhaling al door wat het verband was. Dit heeft in het verleden bij mij vaak tot ergernis geleid (omdat ik bepaalde patronen dan aan hem moest verklaren, terwijl ik het patroon zelf nog niet eens zag), maar nu weet ik wel beter en ben ik blij dat we hiermee ons voordeel kunnen doen.

Het herkennen van patronen gaat op allerlei gebieden. De stemming, activiteiten of het gedrag van de mensen die we zien of kennen. De manier waarop mensen zich gaan gedragen als ze in groepen functioneren, geluidjes die op bepaalde momenten te horen zijn, alles waar een patroon in aanwezig is herkent B ook als zodanig.

Lang voordat er sprake was van een diagnose ontdekte B dat we elke keer ruzie hadden voor het weekend of voor een vakantie. Het was mij niet opgevallen, maar toen ik er op lette viel het inderdaad niet te ontkennen. Wanhopig vroeg hij me bij het zoveelste conflict "waarom ga je nou altijd ruzie maken als ik de dagen daarna vrij ben? We kunnen nooit eens gezellig aan ons weekend beginnen". Hij begreep het niet, maar ik des te minder. Tot B thuiskwam voelde ik me niet anders dan anders, maar toch leken we samen niet te kunnen vermijden dat de sfeer omsloeg.

Nu denk ik er met een glimlach aan terug. Het was achteraf zo logisch. De overgang van de week naar het weekend is alleen al lastig omdat het een overgang is. Overgangen en autisme gaan moeilijk samen. Daarnaast deden we niet aan plannen en wist niemand wat er de dag daarna zou komen. Onvoorspelbaarheid. Daarbij waren er allemaal onuitgesproken verwachtingen en ingevulde verwachtingen in onze relatie. De spanning steeg en kwam vroeg of laat tot ontploffing. Vervolgens hadden we ook nog het hele wekend of onze halve vakantie nodig om bij te komen en dan begon het liedje weer opnieuw.

Vorige week vertelde B me van iets nieuws wat hij had opgemerkt. De donderdagochtend is het telkens mis met E. Weer had ik de link nog niet in de gaten, maar het klopt. Donderdagochtend is het raak. Nou is dit ook een broekendag, dus dat helpt niet mee. Maar B refereerde aan bovenstaande probleem en nou was het dus juist heel fijn dat hij het patroon herkende. Nu kunnen we onze oplossingen ook concreet voor E inzetten.


10 december 2013

Oploskoffie

We zijn een nieuwe weg ingeslagen bij de opvoeding van onze meiden. Het komt erop neer dat ze hun problemen samen oplossen. Een insteek die drastisch nodig was ook.

Ik ben er al langer een voorstander van dat kinderen zelf doen wat ze zelf kunnen doen en dat ze zich zo zelfstandig mogelijk kunnen redden. Op veel vlakken probeer ik die zelfstandigheid ook te stimuleren. Oké, ik til ze misschien iets vaker dan strikt noodzakelijk, maar dat is puur eigenbelang. Dat vind ik nou eenmaal gezellig en nu kan het nog. Ik hoor ze er ook nooit over klagen ;)

Het zelf oplossen van conflicten is iets wat tot voor kort nog niet tot de mogelijkheden behoorde. De meiden waren niet echt aan elkaar gewaagd en licht ontvlambare situaties konden in no-time escaleren. Met E aan de ene kant die erg eerlijk is, maar de dingen soms compleet anders interpreteerd dan ze gebeurd zijn. En S aan de andere kant die moest dealen met onverwachte woede-uitbarstingen of agressief gedrag.

Niet alleen in gedrag verschillen de meisjes enorm van elkaar, ook de benodigde aanpak is niet te vergelijken. E heeft een kalme (emotieloze) uitleg van de situatie nodig. Straf heeft doorgaans weinig meerwaarde bij E omdat de oorzaak van vervelend gedrag bij haar meestal ligt in onduidelijkheid. Ze snapt niet wat er van haar verwacht wordt, ze snapt niet waarom haar zusje iets doet of ze heeft een plannetje in haar hoofd en iemand doorbreekt haar gedachte, liedje of verhaal. Wanneer ze vervolgens zelf over de grens gaat heeft ze meer aan een uitleg hoe ze hier volgende keer anders op kan reageren, dan een boze toespraak. Bij een verheven stem wordt de paniek nog erger en leert ze er niets van.

S daarentegen zoekt als een echte driejarige lekker de grenzen op. S heeft wel degelijk baat bij straf en brengt dan ook regelmatig enkele minuutjes door op de gang. Voor S is het echt niet altijd even makkelijk. Ze wordt tijdens haar verhaal vaak meerdere keren door E in de reden gevallen. Zingt ze een liedje dan volgt er steevast "zo gaat die niet", omdat E altijd wel een verkeerd woordje weet op te sporen en wanneer ze zelf een keer E in de rede valt of met een liedje probeert mee te zingen kan er onverwachts gegil over haar uitgestort worden of wordt ze onhandig weggeduwd.

Bij B levert al dat geharrewar de nodige prikkels op. Wanneer zijn emmer niet al te vol is steekt hij zeker zijn handen uit de mouwen om een en ander met de kinderen aan te pakken. Ik knijp mijn handjes dicht met zo'n betrokken papa in huis. Maar toen het nog drukke tijden waren, met veel volle emmers en toen iedereen op zijn reserves leefde, werd ik het aanspreekpunt bij conflicten. Als B iets zag gebeurden wat niet mocht, sprak hij mij erop aan en vertaalde ik het naar de kids.

Afijn. De nodige basislessen 'hoe ga je met je zusje om' hebben de meisjes nu wel achter de rug. Maar vorige week kwam B en ik tot de conclusie dat we als gezin in een soort spiraal naar beneden waren gegaan.
Zowel E als S begonnen elke zin met 'mamaaaa...' en pas na het antwoord 'ja' kwam de vraag. Zonder ja werd het 'mamaaa' gewoon een aantal keer herhaald. En zelfs na een 'ja' bleeft het soms minuten stil, alsof mijn tijd gereserveerd werd door iemand voor het geval er plotseling een vraag te binnen zou schieten. Wanneer de een bij het samenspelen iets deed wat de ander niet fijn vond, zeiden ze dit niet tegen elkaar, maar tegen mama.

Aan het begin van ons weekendje weg als gezin maakten B en ik een nieuwe afspraak. De afspraak was 'los het samen maar op'. En dat zeiden we dan ook tegen ze. Iedere dag, ieder uur, iedere minuut wanneer er weer eentje naar ons toekwam. We hebben de meisjes uitgelegd dat we niet meer 'mamaaaaa????" of 'papaaaaa????' willen horen, maar alleen wanneer de vraag er direct achteraan komt. Het leek onszelf een erg goed plan, zo kon S misschien eens gaan oefenen om wat meer voor zichzelf op te komen en kon E haar slimme koppie gaan gebruiken om zelf alternatieve oplossingen te bedenken.

Nou we hebben het geweten. Werd ik mooi even met mijn neus op de feiten gedrukt hoe vaak ik al op de automatische piloot 'ja?' antwoord voordat ik doorheb dat iemand mijn aandacht claimt. Het was een hele leuke uitdaging omdat B en ik het echt samen aangingen. Als ik weer de mist inging gaf B mij onopgemerkt een seintje om me te herinneren en als we goed gehandeld hadden wisselden we een trotse blik met elkaar uit. We hebben de meiden verder zien spelen nadat ze elkaar hadden zitten sarren zonder dat we er maar iets voor hebben hoeven doen. Een nieuwe wereld ging voor ons open. Een wereld waarin ik de verantwoordelijkheid voor al het 'gedoe' kon terugspelen in plaats van het allemaal op me te nemen. Een wereld waarin er ineens tijd was voor B en voor mezelf.

Toen ik op zondagavond voor de zoveelste keer één van de meisjes had weggestuurd om het probleem met zusliefs zelf op te lossen zag B dat ik onhoorbaar een zucht liet ontsnappen. Begripvol keek hij me aan. "Heb je zin in een kopje oploskoffie?" vroeg hij toen met een grote grijns.