Op de facebookgroep voor Aspergers en betrokkenen zette B een heel mooi stukje vandaag. Het gaat over zijn ervaring met ons gezin de afgelopen twee jaar sinds de diagnose. Omdat hij veel waardevolle tips vermeld wil ik het stuk hier ook graag plaatsen.
Graag wil ik eens een stukje delen van mijn leven vanaf mijn diagnose tot nu (ruim 2 jaar later) misschien hebben jullie er wat aan. Voor mijn diagnose voelde ik mij vaak het slachtoffer, ik gaf mensen in mijn omgeving de schuld van de gevoelens die ik had en de dingen die mij overkwamen, logisch ook als je niet beter weet want deze gevoelens waren er waarschijnlijk niet geweest als ik helemaal alleen was geweest.
Ik werkte keihard om aan de verplichten van de maatschappij te voldoen, langzaam brokkelde het leven om mij heen af en was er werk, werk en daarna niets meer. Ik ben nu bijna 10 jaar getrouwd en heb 2 prachtige dochters van 4 en 5. Deze fase in mijn leven (toen ze nog klein waren en alleen iets duidelijk konden maken door te huilen) was ontzettend zwaar, ik zag het toen ook even niet meer zitten (zacht uitgedrukt). Mijn vrouw kwam in één keer met een stukje van internet aanzetten waarin het asperger syndroom beschreven was, ik las dit en alles viel op z'n plaatst.
Zo zijn wij een diagnose weg ingegaan. De stempel was al snel gezet en was ik officieel een autist. Hierbij kwam er hulp in zicht die ik toen hard nodig had. Ik kwam onder behandeling van Dimence, als eerste moest ik stoppen met werken om alles op een rijtje te zetten, uiteraard wilde ik dit niet, ik ben tot het uiterste gegaan, tot ik het op moest geven en toen een werkloze autist was die ook nog in de ziektewet kwam. Thuis met een goede opleiding, flink wat hersens, weten hoe alles werkt maar niets meer kunnen.
Thuis was het misschien wel drukker dan op het werk maar toch moest ik aan mijzelf gaan werken. Ik liep van de ene begeleider naar de andere, soms met enig resultaat en soms met een flinke terugslag omdat ze mij totaal niet snapte. Ik kreeg de ene naar de andere medicijn zodat ik soms lusteloos uit het raam keek en soms 100 km op mijn fiets in het rond reed. Ik kreeg CGT aangeboden en mijn vrouw partner cursus. Vervolgens startte op dat moment ook nog eens het traject voor mijn oudste dochter die ook nog eens het stempel aspie kreeg, het plaatje van een hulpbehoevend gezin die ruim over de eigen bijdrage gaat bij de zorgverzekeraar was compleet. Uwv vond het steeds een goed idee dat ik even nog rustig aan deed en we moesten het zelf allemaal vaak maar uitzoeken. Ik ben erg gezegend met de beste vrouw die er voor mij te vinden is, een vrouw die mij stimuleert en leert om mijzelf te zijn en mijn eigen ding te doen.
Ik stelde mij vaak afhankelijk op van hulpverleners. Vertel me maar wat ik moet doen om uit deze situatie te komen, maar dat werkte vaak de andere kant op en begon ik mij nog ongelukkiger te voelen. Het leven bestond uit asperger, zelfs als ik ging fietsen reed ik langs een asperger boerderij, gek werd ik ervan.
Tot we samen (mijn vrouw en ik) keuzes gingen maken. Ik ben wie ik ben en we zijn wie we zijn, we moeten het zelf en samen doen en we gaan ervoor. Keuzes maken in het leven, of een ander dit nu niet leuk vindt of niet. Dingen doen die je dus energie geven!
Ik ben eerst gaan ontdekken welke zones is kon komen.
Groen: rustige fase
Oranje: onrustig en prikkelgevoelig
Rood: ontploffingsfase
Daarna wat brengt mij in die fase:
Groen: wandelen in het bos, ongestoord dingen doen
Oranje: stress situaties enz....
Rood: mensen die tegen mij ingaan in een stress situatie of drukke omgevingen
Wat gebeurd er met mij:
Groen: voel me lekker rustig, kan goed nadenken en plannen tot uitvoer brengen
Oranje: mijn gedachten gaan heen en weer en er komt weinig uit mijn handen
Rrood: in het ergste geval vliegt er een bord door de kamer
De volgende fase was, hoe herken ik deze kleuren. Dit was een zoektocht, want ik hier komt een soort van gevoel bij kijken. Ik heb dit in kaart weten te brengen en samen met mijn vrouw die dit veel eerder aan mij ziet begon ik dit steeds meer te herkennen.
Vervolgens heb ik een agenda gemaakt. Ik heb mijn dag volledig ingepland met kleuren. Ik laat bv eerst de hond uit, dit is groen, daarna breng ik bv de kinderen naar school, dit is toch wel tegen rood aan voor mij, dit betekend dat ik daarna een groene zone moet inplannen. Zo heb ik mijn leven een kleur gegeven. Ik zet dit in een google agenda die ik kan delen met mijn vrouw, dus wanneer ze iets wilt afspreken ziet ze precies wanneer dit kan. Hierdoor weet ik dus precies waar ik aan toe ben en in mijn leven een meer stabiele factor geworden.
Ik doe nu dingen die eerst niet mogelijk waren, ik zwem regelmatig met de kinderen, we doen uitstapjes, mijn vrouw gaat vaak alleen van huis als ik bij de kinderen ben. Dit is mogelijk omdat ik weet dat dit korte pieken zijn, die daarna weer op te vangen zijn. Daarnaast doe ik dingen die meer bij mij passen. Ik ben christen en wilde perse ieder zondag naar de kerk, om ook een voorbeeld te zijn voor de kinderen, maar iedere keer liep het uit op een drama. Nu ga ik niet meer, maar kunnen we de kinderen goed uitleggen waarom pappa niet meer gaat. Wel ga ik nu maandelijks op de motor naar een Motor kerk. We ontmoeten elkaar in een omgebouwde kroeg, lopen daar rond met onze bestickerde jasjes en de één heeft nog een grotere baard dan de andere en ik kan daar lekker mijzelf zijn, na een uur zet ik mijn helm weer op en kom weer fris uitgewaaid weer thuis. (mijn vrouw gaat wel op zondagmorgen en deze tijd is voor mij een groene tijd die ik kan gebruiken om mijn batterij op te laden)
Ik wil hiermee zeggen......ik voldoe niet meer aan de wereld en dat voelt heerlijk. Ik kan mijzelf zijn. Doordat je je zo opstelt gaan er ook andere werelden open en langzamerhand komen er steeds meer mensen op mijn pad die mij geen energie kosten.
Inmiddels ben ik bezig met re-integratie, ik woon op het platteland en het is hier bijzonder om een baan te vinden in de buurt. Er is wonderlijk een bedrijf op mijn pad gekomen die mijn situatie volledig begrijpt. Ik mag hier aan de slag wanneer het mij uitkomt, maar daarnaast zien ze werk en prive als gelijk en gaan ze samen kijken om mijn sterke punten zo optimaal te benutten dat ik daar in de toekomst betaald werk zou kunnen gaan doen. Dat dit minder verdient dat ik in het verleden gedaan heb (ik ben manager geweest over een afdeling) zou mij een worst zijn. Mocht ik hierdoor mijn huis moeten verkopen.....het zei zo, maar ik laat mijn leven niet meer afpakken door de eisende maatschappij. Wij en ik als gezin gaan onze eigen weg en dat bevalt prima.
Deze blog gaat over ons gezin met Asperger. Ons leven is mooi en leerzaam. Via deze blog hoop ik te delen wat wij meemaken en hoe we met dingen omgaan. Dit wil ik doen vanuit onze visie dat er altijd hoop is, wat overigens niet wegneemt dat we regelmatig voor uitdagingen staan.
26 augustus 2014
05 augustus 2014
Politie over de vloer
Ik geef de agent voor me een hand en noem mijn naam. Achter mij is de keuken gevuld met een geur van tartaar en maïs. De meiden zitten aan tafel en volgen de instructies op. Blijven zitten en bord leeg eten.
We zijn niet verrast dat er twee politieagenten aankomen. B heeft zelf 112 gebeld. Hij oogstte direct belangstelling bij de meldkamer toen hij het gesprek opende met de zin 'ik sta op het punt mijn buurman iets aan te doen'. Een rustige stem aan de andere kant van de lijn adviseerde om naar binnen te gaan en de deur te sluiten. De angenten werden onze kant op gestuurd. Twee minuten later belden ze zelf nog even om te verzekeren dat ze echt onderweg waren en met tien minuten zouden komen. En nu staan ze binnen.
Terwijl het eten in de keuken afkoelt geef ik de andere agent ook een hand en stel me voor. We lopen naar de kamer en sluiten de tussendeur. De twee agenten in uniform bezetten samen de vierpersoonsbank en wij trekken er een stoel bij. Nadat B heeft uitgelegd dat hij nog een beetje van de schrik moet bijkomen steekt hij van wal. In gedachten zie ik het weer voor me.
Terwijl de meisjes nog met hun koptelefoon voor de televisie zitten en ik achter de pannen sta loopt B de tuin in. Hij roept 'Hé, ga daar eens vanaf!' Terwijl ik richting de tuindeur loop hoor ik hem herhalen 'Ga van mijn kippenhok af!' Met enorm veel herrie is de buurman de heg aan het snoeien. Dat hoorden we al een uur. Maar met één blik in de tuin zie ik het probleem. Voor het achterste stukje heg is hij met één voet op het dak van onze kippenschuur gaan staan.
De buurman reageert niet op het roepen, draait zich net om en gaat verder. Een ogenblik denk ik dat hij het niet hoort. Zijn apparaat maakt immers een vreselijk lawaai en ik verwacht dat hij daarbij gehoorbescherming draagt. Bas loopt achter het hok om in zijn gezichtsveld te komen en pas dan zie ik dat de buurman hem moedwillig negeert.
Ik voel een boosheid in me opborrelen. Voor ik erheen loop maak ik gauw een foto van de situatie. Je weet maar nooit. Dan ga ik de tuin in. Ik zie een tafereel waar mijn hart van breekt. Het is alsof de pestkop van de klas een kwetsbaar jongetje zit te plagen om te zien hoe boos hij kan worden. De boodschap van B is heel oprecht. Ook hij voelt de spanning stijgen en weet dat hij kan ontploffen, maar hij is zo duigelijk. Ga van mijn kippenhok af. Dit kippenhok heeft B eigenhandig gebouwd. Daarvoor heeft hij eerst twee jaar plannen gemaakt en moed verzamelt. Alles zelf uitbedacht en uitgewerkt. Het is zijn trots en op het dakrandje zou hij zelf nog geen teen neerzetten. Daar is het niet voor gemaakt.
De buurman zet zijn heggenschaar uit en staat nu met twee voeten op de rand van het dak. De zaag zet hij met de scherpe kant op het hout en met zijn gewicht staat hij erop te leunen. Inmiddels ben ik laaiend. B geeft het zo duidelijk aan, dit hoeft helemaal niet te escaleren. Hij heeft niets op ons dakje te zoeken, dit is puur treiteren. Ik hoor mezelf nu ook schreeuwen. "Buurman, ga er vanaf!" Terwijl ik met mijn vinger naar zijn tuin wijs zie ik dat mijn hand ervan trilt. De buurjongen hangt inmiddels over de heg alsof het een spannende film is.
De agenten luisteren rustig naar het verhaal. Ze knikken begrijpend en stellen behulpzame vragen om het plaatje voor zich te zien. B kijkt me nu aan en vraagt of ik hem kan aanvullen. Vanaf hier kan hij het zich niet meer helemaal helder herinneren.
Nadat de buurman blijft weigeren om eraf te gaan probeert B met een sprong eigenhandig de voet van de buurman van het dakje te halen, maar dat mislukt. Met een grijns op zijn gezicht gaat de buurman nu een stapje verder. Hij ziet de spanning bij B en hij weet precies wat hij moet zeggen om hem uit de tent te lokken. 'Tsja, ik moest de heg wel snoeien want jij doet het niet'. B staat inmiddels de schelden, maar de buurman staat hoog verheven met een glimlach het spectakel te bekijken. 'Een beetje respect he?' zegt hij dan. B loopt naar de schuur. Gelukkig is hij nog helder genoeg om de bijl te laten liggen, hoewel dat de eerste gedachte is. Hij kiest de bezem en loopt terug. B zegt 'als je zo door gaat dan pak ik je' waarop de buurman hem uitlokt met een lachend 'kom dan'.
Omdat ik zie dat de buurman hier juist op uit is en dat dit helemaal geen zin heeft om iets tegen de buurman te zeggen (schreeuwen) probeer ik nu B weg te halen. De bezem kan ik hem gelukkig afpakken en terwijl zijn ogen vuur spugen stel ik voor dat we de politie bellen en het aan hen overlaten. Ik houd mijn hand voor de ogen van B om het oogcontact met de buurman te verbreken in de hoop dat mijn tekst hem bereikt. In de tuin naast ons hoor ik de buurvrouw zeggen 'kom er nu maar vanaf joh' en de buurman stapt over naar zijn eigen dakje.
B staat nog even te tieren in onze tuin en de buurvrouw laat een luide 'stjongejongejonge' horen. We draaien ons om naar binnen te gaan en de politie te bellen. In de deuropening staat S. Ze heeft meegekeken. 'Het filmpje is afgelopen' zegt ze. Zul je altijd zien. Waar zijn die Ernst en Bobby als je ze nodig hebt. E is naar boven gevlucht. 's Avonds als ik haar naar bed breng staat haar stoel voor het raam en blijkt ze het van bovenaf gevolgd te hebben.
De agenten reageren begripvol op ons verhaal. B heeft verteld van zijn autisme en dat het onmogelijk is zich in te houden als het zover komt. We spreken af om voortaan direct met de politie te bellen, ook bij andere vormen van overlast zoals geluid of ander pestgedrag.
Terwijl B en ik ons prakkie nog opeten belt een van de agenten
op om te vertellen hoe hun bezoek aan de buurman is verlopen. De buurman gaf toe dat hij 'het misschien wel een beetje heeft uitgelokt' en met een 'het was misschien niet zo slim' is het voor hen weer afgedaan en pakken ze hun leven weer op.
Nu wij nog.
We zijn niet verrast dat er twee politieagenten aankomen. B heeft zelf 112 gebeld. Hij oogstte direct belangstelling bij de meldkamer toen hij het gesprek opende met de zin 'ik sta op het punt mijn buurman iets aan te doen'. Een rustige stem aan de andere kant van de lijn adviseerde om naar binnen te gaan en de deur te sluiten. De angenten werden onze kant op gestuurd. Twee minuten later belden ze zelf nog even om te verzekeren dat ze echt onderweg waren en met tien minuten zouden komen. En nu staan ze binnen.
Terwijl het eten in de keuken afkoelt geef ik de andere agent ook een hand en stel me voor. We lopen naar de kamer en sluiten de tussendeur. De twee agenten in uniform bezetten samen de vierpersoonsbank en wij trekken er een stoel bij. Nadat B heeft uitgelegd dat hij nog een beetje van de schrik moet bijkomen steekt hij van wal. In gedachten zie ik het weer voor me.
Terwijl de meisjes nog met hun koptelefoon voor de televisie zitten en ik achter de pannen sta loopt B de tuin in. Hij roept 'Hé, ga daar eens vanaf!' Terwijl ik richting de tuindeur loop hoor ik hem herhalen 'Ga van mijn kippenhok af!' Met enorm veel herrie is de buurman de heg aan het snoeien. Dat hoorden we al een uur. Maar met één blik in de tuin zie ik het probleem. Voor het achterste stukje heg is hij met één voet op het dak van onze kippenschuur gaan staan.
De buurman reageert niet op het roepen, draait zich net om en gaat verder. Een ogenblik denk ik dat hij het niet hoort. Zijn apparaat maakt immers een vreselijk lawaai en ik verwacht dat hij daarbij gehoorbescherming draagt. Bas loopt achter het hok om in zijn gezichtsveld te komen en pas dan zie ik dat de buurman hem moedwillig negeert.
Ik voel een boosheid in me opborrelen. Voor ik erheen loop maak ik gauw een foto van de situatie. Je weet maar nooit. Dan ga ik de tuin in. Ik zie een tafereel waar mijn hart van breekt. Het is alsof de pestkop van de klas een kwetsbaar jongetje zit te plagen om te zien hoe boos hij kan worden. De boodschap van B is heel oprecht. Ook hij voelt de spanning stijgen en weet dat hij kan ontploffen, maar hij is zo duigelijk. Ga van mijn kippenhok af. Dit kippenhok heeft B eigenhandig gebouwd. Daarvoor heeft hij eerst twee jaar plannen gemaakt en moed verzamelt. Alles zelf uitbedacht en uitgewerkt. Het is zijn trots en op het dakrandje zou hij zelf nog geen teen neerzetten. Daar is het niet voor gemaakt.
De buurman zet zijn heggenschaar uit en staat nu met twee voeten op de rand van het dak. De zaag zet hij met de scherpe kant op het hout en met zijn gewicht staat hij erop te leunen. Inmiddels ben ik laaiend. B geeft het zo duidelijk aan, dit hoeft helemaal niet te escaleren. Hij heeft niets op ons dakje te zoeken, dit is puur treiteren. Ik hoor mezelf nu ook schreeuwen. "Buurman, ga er vanaf!" Terwijl ik met mijn vinger naar zijn tuin wijs zie ik dat mijn hand ervan trilt. De buurjongen hangt inmiddels over de heg alsof het een spannende film is.
Nadat de buurman blijft weigeren om eraf te gaan probeert B met een sprong eigenhandig de voet van de buurman van het dakje te halen, maar dat mislukt. Met een grijns op zijn gezicht gaat de buurman nu een stapje verder. Hij ziet de spanning bij B en hij weet precies wat hij moet zeggen om hem uit de tent te lokken. 'Tsja, ik moest de heg wel snoeien want jij doet het niet'. B staat inmiddels de schelden, maar de buurman staat hoog verheven met een glimlach het spectakel te bekijken. 'Een beetje respect he?' zegt hij dan. B loopt naar de schuur. Gelukkig is hij nog helder genoeg om de bijl te laten liggen, hoewel dat de eerste gedachte is. Hij kiest de bezem en loopt terug. B zegt 'als je zo door gaat dan pak ik je' waarop de buurman hem uitlokt met een lachend 'kom dan'.
Omdat ik zie dat de buurman hier juist op uit is en dat dit helemaal geen zin heeft om iets tegen de buurman te zeggen (schreeuwen) probeer ik nu B weg te halen. De bezem kan ik hem gelukkig afpakken en terwijl zijn ogen vuur spugen stel ik voor dat we de politie bellen en het aan hen overlaten. Ik houd mijn hand voor de ogen van B om het oogcontact met de buurman te verbreken in de hoop dat mijn tekst hem bereikt. In de tuin naast ons hoor ik de buurvrouw zeggen 'kom er nu maar vanaf joh' en de buurman stapt over naar zijn eigen dakje.
B staat nog even te tieren in onze tuin en de buurvrouw laat een luide 'stjongejongejonge' horen. We draaien ons om naar binnen te gaan en de politie te bellen. In de deuropening staat S. Ze heeft meegekeken. 'Het filmpje is afgelopen' zegt ze. Zul je altijd zien. Waar zijn die Ernst en Bobby als je ze nodig hebt. E is naar boven gevlucht. 's Avonds als ik haar naar bed breng staat haar stoel voor het raam en blijkt ze het van bovenaf gevolgd te hebben.
De agenten reageren begripvol op ons verhaal. B heeft verteld van zijn autisme en dat het onmogelijk is zich in te houden als het zover komt. We spreken af om voortaan direct met de politie te bellen, ook bij andere vormen van overlast zoals geluid of ander pestgedrag.
Terwijl B en ik ons prakkie nog opeten belt een van de agenten
op om te vertellen hoe hun bezoek aan de buurman is verlopen. De buurman gaf toe dat hij 'het misschien wel een beetje heeft uitgelokt' en met een 'het was misschien niet zo slim' is het voor hen weer afgedaan en pakken ze hun leven weer op.
Nu wij nog.
Abonneren op:
Posts (Atom)