05 augustus 2014

Politie over de vloer

Ik geef de agent voor me een hand en noem mijn naam. Achter mij is de keuken gevuld met een geur van tartaar en maïs. De meiden zitten aan tafel en volgen de instructies op. Blijven zitten en bord leeg eten.
We zijn niet verrast dat er twee politieagenten aankomen. B heeft zelf 112 gebeld. Hij oogstte direct belangstelling bij de meldkamer toen hij het gesprek opende met de zin 'ik sta op het punt mijn buurman iets aan te doen'. Een rustige stem aan de andere kant van de lijn adviseerde om naar binnen te gaan en de deur te sluiten. De angenten werden onze kant op gestuurd. Twee minuten later belden ze zelf nog even om te verzekeren dat ze echt onderweg waren en met tien minuten zouden komen. En nu staan ze binnen.

Terwijl het eten in de keuken afkoelt geef ik de andere agent ook een hand en stel me voor. We lopen naar de kamer en sluiten de tussendeur. De twee agenten in uniform bezetten samen de vierpersoonsbank en wij trekken er een stoel bij. Nadat B heeft uitgelegd dat hij nog een beetje van de schrik moet bijkomen steekt hij van wal. In gedachten zie ik het weer voor me.

Terwijl de meisjes nog met hun koptelefoon voor de televisie zitten en ik achter de pannen sta loopt B de tuin in. Hij roept 'Hé, ga daar eens vanaf!' Terwijl ik richting de tuindeur loop hoor ik hem herhalen 'Ga van mijn kippenhok af!' Met enorm veel herrie is de buurman de heg aan het snoeien. Dat hoorden we al een uur. Maar met één blik in de tuin zie ik het probleem. Voor het achterste stukje heg is hij met één voet op het dak van onze kippenschuur gaan staan.

De buurman reageert niet op het roepen, draait zich net om en gaat verder. Een ogenblik denk ik dat hij het niet hoort. Zijn apparaat maakt immers een vreselijk lawaai en ik verwacht dat hij daarbij gehoorbescherming draagt. Bas loopt achter het hok om in zijn gezichtsveld te komen en pas dan zie ik dat de buurman hem moedwillig negeert.

Ik voel een boosheid in me opborrelen. Voor ik erheen loop maak ik gauw een foto van de situatie. Je weet maar nooit. Dan ga ik de tuin in. Ik zie een tafereel waar mijn hart van breekt. Het is alsof de pestkop van de klas een kwetsbaar jongetje zit te plagen om te zien hoe boos hij kan worden. De boodschap van B is heel oprecht. Ook hij voelt de spanning stijgen en weet dat hij kan ontploffen, maar hij is zo duigelijk. Ga van mijn kippenhok af. Dit kippenhok heeft B eigenhandig gebouwd. Daarvoor heeft hij eerst twee jaar plannen gemaakt en moed verzamelt. Alles zelf uitbedacht en uitgewerkt. Het is zijn trots en op het dakrandje zou hij zelf nog geen teen neerzetten. Daar is het niet voor gemaakt.

De buurman zet zijn heggenschaar uit en staat nu met twee voeten op de rand van het dak. De zaag zet hij met de scherpe kant op het hout en met zijn gewicht staat hij erop te leunen. Inmiddels ben ik laaiend. B geeft het zo duidelijk aan, dit hoeft helemaal niet te escaleren. Hij heeft niets op ons dakje te zoeken, dit is puur treiteren. Ik hoor mezelf nu ook schreeuwen. "Buurman, ga er vanaf!" Terwijl ik met mijn vinger naar zijn tuin wijs zie ik dat mijn hand ervan trilt. De buurjongen hangt inmiddels over de heg alsof het een spannende film is.

De agenten luisteren rustig naar het verhaal. Ze knikken begrijpend en stellen behulpzame vragen om het plaatje voor zich te zien. B kijkt me nu aan en vraagt of ik hem kan aanvullen. Vanaf hier kan hij het zich niet meer helemaal helder herinneren.

Nadat de buurman blijft weigeren om eraf te gaan probeert B met een sprong eigenhandig de voet van de buurman van het dakje te halen, maar dat mislukt. Met een grijns op zijn gezicht gaat de buurman nu een stapje verder. Hij ziet de spanning bij B en hij weet precies wat hij moet zeggen om hem uit de tent te lokken. 'Tsja, ik moest de heg wel snoeien want jij doet het niet'. B staat inmiddels de schelden, maar de buurman staat hoog verheven met een glimlach het spectakel te bekijken. 'Een beetje respect he?' zegt hij dan. B loopt naar de schuur. Gelukkig is hij nog helder genoeg om de bijl te laten liggen, hoewel dat de eerste gedachte is. Hij kiest de bezem en loopt terug. B zegt 'als je zo door gaat dan pak ik je' waarop de buurman hem uitlokt met een lachend 'kom dan'.

Omdat ik zie dat de buurman hier juist op uit is en dat dit helemaal geen zin heeft om iets tegen de buurman te zeggen (schreeuwen) probeer ik nu B weg te halen. De bezem kan ik hem gelukkig afpakken en terwijl zijn ogen vuur spugen stel ik voor dat we de politie bellen en het aan hen overlaten. Ik houd mijn hand voor de ogen van B om het oogcontact met de buurman te verbreken in de hoop dat mijn tekst hem bereikt. In de tuin naast ons hoor ik de buurvrouw zeggen 'kom er nu maar vanaf joh' en de buurman stapt over naar zijn eigen dakje.

B staat nog even te tieren in onze tuin en de buurvrouw laat een luide 'stjongejongejonge' horen. We draaien ons om naar binnen te gaan en de politie te bellen. In de deuropening staat S. Ze heeft meegekeken. 'Het filmpje is afgelopen' zegt ze. Zul je altijd zien. Waar zijn die Ernst en Bobby als je ze nodig hebt. E is naar boven gevlucht. 's Avonds als ik haar naar bed breng staat haar stoel voor het raam en blijkt ze het van bovenaf gevolgd te hebben.

De agenten reageren begripvol op ons verhaal. B heeft verteld van zijn autisme en dat het onmogelijk is zich in te houden als het zover komt. We spreken af om voortaan direct met de politie te bellen, ook bij andere vormen van overlast zoals geluid of ander pestgedrag.

Terwijl B en ik ons prakkie nog opeten belt een van de agenten
op om te vertellen hoe hun bezoek aan de buurman is verlopen. De buurman gaf toe dat hij 'het misschien wel een beetje heeft uitgelokt' en met een 'het was misschien niet zo slim' is het voor hen weer afgedaan en pakken ze hun leven weer op.

Nu wij nog.

1 opmerking: